fornuis
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- for·nuis
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘kookkachel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1270 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fornuis | fornuizen |
verkleinwoord | fornuisje | fornuisjes |
Zelfstandig naamwoord
fornuis o
- (kookkunst) kooktoestel, een combinatie kookplaat en oven
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord fornuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fornuis" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "fornuis" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be