fascist

Uit WikiWoordenboek
Benito Mussolini

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fas·cist
Woordherkomst en -opbouw
  • Van het Latijn fasces (de pijlenbundel die het symbool van de macht van de Romeinse staat was) met het achtervoegsel -ist [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord fascist fascisten
verkleinwoord fascistje fascistjes

Zelfstandig naamwoord

de fascistm

  1. (politiek) oorspronkelijk: een aanhanger van Mussolini's politieke beweging in het Italië van de jaren 1920 tot 1945
    • De fascisten vonden ruime steun van de straatarme bevolking, onder andere omdat zij de maffia bestreden. 
  2. (politiek) enige aanhanger van een autocratische, corporatistische stroming die politiek geweld niet schuwt
    • President Bush is herhaaldelijk voor fascist uitgemaakt. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak

Bijvoeglijk naamwoord

fascist

  1. (politiek) fascistisch.
enkelvoud meervoud
fascist fascists

Zelfstandig naamwoord

fascist

  1. (politiek) fascist.