fascisme

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fas·cis·me
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘politiek systeem’ voor het eerst aangetroffen in 1923 [1]
  • van het Italiaanse fascio (bundel) met het achtervoegsel -isme [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord fascisme
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het fascismeo

  1. (sociologie) ideologie, berustende op nationalistische, autoritaire en corporatieve beginselen
    • Het fascisme is in Italië ontstaan. 
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen


Frans

Zelfstandig naamwoord

fascisme m

  1. fascisme