equinox

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • equi·nox
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘dag- en nachtevening’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord equinox equinoxen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de equinoxm

  1. (astronomie) het moment dat de zon het denkbeeldige vlak van de evenaar in zuidelijke of noordelijke richting passeert, de nacht duurt dan evenlang als de dag (nachtevening)
    • Bij het lente- en herfstpunt is er sprake van equinox. 
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

65 % van de Nederlanders;
68 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen