keerkring
Uiterlijk
- keer·kring
- In de betekenis van ‘cirkel evenwijdig aan de evenaar’ voor het eerst aangetroffen in 1699 [1]
- samenstelling van keer ww en kring [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | keerkring | keerkringen |
verkleinwoord | - | - |
de keerkring m
- (aardrijkskunde) de begrenzing van de zone waarbinnen de zon in het zenit kan staan
- Rond de beide keerkringen liggen vaak woestijngebieden.
- breedtegraad, zonnewende, evenaar, zomerwende, winterwende,lentepunt, herfstpunt, equinox, solstitium
- Het woord keerkring staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "keerkring" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "keerkring" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ keerkring op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be