enzym

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • en·zym
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord enzym enzymen
verkleinwoord enzympje enzympjes

Zelfstandig naamwoord

enzym o

  1. (biochemie) een organisch molecuul dat biologische reacties mogelijk maakt of versnelt zonder daarbij zelf verbruikt te worden of van samenstelling te veranderen
    • In feite zijn enzymen biologische katalysatoren. 
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • en·zym
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Duitse Enzym

Zelfstandig naamwoord

enzym monbezield

  1. (biochemie) enzym
Verbuiging
Afgeleide begrippen

Meer informatie

Verwijzingen