dada
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- da·da
Woordherkomst en -opbouw
- van Frans dada "stokpaardje"; op 8 februari 1916 in Zürich als benaming gekozen door de beeldend kunstenaar en de dichters en door op een willekeurige plek in een woordenboek te kijken
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dada | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (kunst) Europese beweging in beeldende kunst, toneel en dichtkunst die zich na de Eerste Wereldoorlog afzette tegen alle culturele conventies van die tijd
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Tussenwerpsel
Gangbaarheid
- Het woord dada staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "dada" herkend door:
53 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Indonesisch
Woordafbreking
- da·da
Zelfstandig naamwoord
dada
Oezbeeks
Zelfstandig naamwoord
dada
Synoniemen
Schrijfwijzen
- Cyrillische transcriptie: дада.
Spaans
Bijvoeglijk naamwoord
dada
- vrouwelijk enkelvoud van dado
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Kunst in het Nederlands
- Tussenwerpsel in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 53 %
- Prevalentie Vlaanderen 83 %
- Woorden in het Indonesisch
- Zelfstandig naamwoord in het Indonesisch
- Anatomie in het Indonesisch
- Woorden in het Oezbeeks
- Zelfstandig naamwoord in het Oezbeeks
- Familie in het Oezbeeks
- Woorden in het Spaans
- Woorden in het Spaans van lengte 4
- Bijvoeglijknaamwoordsvorm in het Spaans