corrupt
Uiterlijk
- cor·rupt
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘bedorven’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1503 [1]
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | corrupt | corrupter | corruptst |
| verbogen | corrupte | corruptere | corruptste |
| partitief | corrupts | corrupters | - |
corrupt
- met behulp van geschenken, geld e.d. over te halen om zijn plicht, partij, of overtuiging te verzaken
- niet alle politici zijn corrupt, sprak de Italiaan optimistisch
- afzichtelijk en corrupt. Financial Times-columnist Martin Wolf had een maand geleden maar twee woorden nodig om het komende bewind-Trump te typeren, tijdens een publiek interview in Amsterdam. [2]
- (informatica) bedorven, onbruikbaar zijn van een bestand doordat de inhoud (deels) is beschadigd
- het bestand is corrupt, en je kunt het niet openen
- [1] omkoopbaar, kreukbaar
- [2] beschadigd, bedorven, onbruikbaar, foutief
- Het woord corrupt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "corrupt" herkend door:
| 99 % | van de Nederlanders; |
| 97 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "corrupt" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ www.nrc.nl (13 mrt 2025)
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Informatica in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %