corrupt
Uiterlijk
- cor·rupt
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘bedorven’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1503 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | corrupt | corrupter | corruptst |
verbogen | corrupte | corruptere | corruptste |
partitief | corrupts | corrupters | - |
corrupt
- met behulp van geschenken, geld e.d. over te halen om zijn plicht, partij, of overtuiging te verzaken
- niet alle politici zijn corrupt, sprak de Italiaan optimistisch
- (informatica) bedorven, onbruikbaar zijn van een bestand doordat de inhoud (deels) is beschadigd
- het bestand is corrupt, en je kunt het niet openen
- [1] omkoopbaar, kreukbaar
- [2] beschadigd, bedorven, onbruikbaar, foutief
1. met behulp van geschenken, geld e.d. over te halen om zijn plicht, partij, of overtuiging te verzaken
- Het woord corrupt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "corrupt" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "corrupt" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be