omkoopbaar
Uiterlijk
- Geluid: omkoopbaar (hulp, bestand)
- om·koop·baar
- Naamwoord van handeling van omkopen met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | omkoopbaar | omkoopbaarder | omkoopbaarst |
verbogen | omkoopbare | omkoopbaardere | omkoopbaarste |
partitief | omkoopbaars | omkoopbaarders | - |
omkoopbaar
- met behulp van geschenken, geld e.d. over te halen om van zijn plicht, partij, overtuiging te verzaken
- Gelukkig was de bewaker omkoopbaar en konden we na het betalen van een tientje toch nog naar binnen.
- Het woord omkoopbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.