onbruikbaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·bruik·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onbruikbaar onbruikbaarder onbruikbaarst
verbogen onbruikbare onbruikbaardere onbruikbaarste
partitief onbruikbaars onbruikbaarders -

Bijvoeglijk naamwoord

onbruikbaar

  1. dat je niet kunt gebruiken voor iets nuttigs
    • Het speelgoed gereedschap was volkomen onbruikbaar voor welk klusje dan ook. 
     Niet alle fotoapparatuur heeft nu ingebouwde encryptie om bestanden onbruikbaar te maken bij verlies, terwijl steeds meer gegevens op mobiele apparaten en pc's wel versleuteld worden opgeslagen. Ook communicatieprogramma's als WhatsApp maken er standaard gebruik van.[1]

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 14 maart 2022 Weblink bron “Fotojournalisten willen versleuteling ter bescherming” (15-12-2016), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be