corner

Nederlands

Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘hoekschop’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1950 ^[1]

de corner m

(voetbal) een hoekschop vanuit een van de hoekpunten van een voetbalveld
- Als een voetballer de bal over de eigen achterlijn trap krijgt de tegenpartij een corner.
hoek van een ruimte

Het woord corner staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

85 %	van de Nederlanders;
83 %	van de Vlamingen.^[2]

Leenwoord uit het Normandisch-Frans cornere 'hoek' (vergelijk Frans cornier, cornière).

corner

corner

(figuurlijk) overgankelijk iemand in een hoek drijven, klemzetten
«A butterfly in a field of daisies becomes hemmed in by buildings until it is totally cornered, ending up in an attractive frame on the wall.»
Een vlinder raakt in een veld vol madeliefjes ingesloten tussen gebouwen tot hij volledig klem zit en eindigt in een mooi lijstje aan de muur.^[1]
overgankelijk, (handel) in iets een monopoliepositie verwerven (in een bepaalde markt)
«At the same time, it will be a disaster for small and medium-sized enterprises, which have already been hard hit by the implementation of the single internal market, and for consumers, who will be even more exposed to deception and will suffer the consequences when markets are cornered.»
Aan de andere kant zal deze regeling een ramp zijn voor niet alleen de kleine en middelgrote handelsbedrijven, die het sowieso reeds hard te verduren hebben gekregen ten gevolge van de invoering van de interne markt, maar ook de consumenten die gemakkelijker ten prooi zullen vallen aan fraudeurs en de gevolgen van de monopolisering van de markt zullen moeten ondergaan.^[2]

↑ "Butterfly R.I.P 1975", in haff.nl.
↑ Konstantinos Alyssandrakis, in de vergadering van 4 September 2002. Europees Parlement, Straatsburg. Online: www.europarl.europa.eu.

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	corner	corners
verkleinwoord	cornertje	cornertjes