concurrentie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·cur·ren·tie
Woordherkomst en -opbouw
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van concurrent met het achtervoegsel -ie [1]
- Naamwoord van handeling van concurreren met het achtervoegsel -entie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | concurrentie | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
concurrentie v
- (economie) het mede-wedijveren om iets, in het bijzonder een vorm van winst, in de situatie zijn dat je de concurrent van iemand bent
- Leidt de toegenomen concurrentie tot verbetering van de zorgverlening?
- Er was een hevige concurrentie tussen beide vrienden om het zelfde man.
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- concurrentiebeding, concurrentiebeleid, concurrentieel, concurrentiepositie, concurrentieslag, concurrentiestrijd, concurrentieverhouding, concurrentievervalsing, concurrentievoordeel
Verwante begrippen
- concurrent, concurreren, kapitalisme, marktwerking
- mededingen, mededingingsbeleid, mededingingsrecht
Afgeleide begrippen
Antoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord concurrentie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "concurrentie" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ concurrentie op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -ie in het Nederlands
- Achtervoegsel -entie in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Economie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %