boekanier

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boe·ka·nier
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘zeerover’ voor het eerst aangetroffen in 1691 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord boekanier boekaniers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de boekanierm

  1. zeerover die in de 17e en 18e eeuw de Antillen en de kusten van Zuid-Amerika onveilig maakte
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

73 % van de Nederlanders;
63 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen