bijsturen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bij·stu·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bijsturen
stuurde bij
bijgestuurd
zwak -d volledig

Werkwoord

bijsturen

  1. overgankelijk een koerscorrectie uitvoeren zodat de juiste koers behouden blijft
  2. overgankelijk naar de eis van de omstandigheden corrigeren
    • Er moest wat bijgestuurd worden toen bleek dat het doel niet gehaald zou worden. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be