belangstelling
Uiterlijk
- be·lang·stel·ling
- Naamwoord van handeling van belangstellen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | belangstelling | - |
verkleinwoord | - | - |
de belangstelling v
- bereidheid en verlangen aandacht aan iets te schenken
- Ik heb veel belangstelling voor literatuur.
- Als je nergens belangstelling voor hebt, heb je een grote kans dat je je gaat vervelen.
- ▸ In onze tijd bestaat er een toenemende belangstelling, zowel voor de folklore als voor de achtergrond en de inhoud van de feesten. Temeer als die beleefd kunnen worden door het hele gezin en de hele groep, jong of oud.[1]
- ▸ Als je eens wist hoeveel mensen er gebeld hebben om hun belangstelling te tonen.[2]
iets met belangstelling bekijken
- met gespannen aandacht
geboeid, met grote belangstelling
belangstelling opwekken voor iets
- iets onder de aandacht brengen
belangstelling opwekken voor iets
- de aandacht op iets vestigen
belangstelling opwekken voor iets
1. bereidheid en verlangen aandacht aan iets te schenken
- Het woord belangstelling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "belangstelling" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 7
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be