interesse
Inhoud
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·te·res·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | interesse | interesses interessen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
interesse v
- belang
- Het is alsmede niet juist, te zeggen, dat het leenen van andere roerende zaken tegen interessen geene leneng, maar eigenlijke huur zijn;[1]
- belangstelling
- iets waar belangstelling voor is
Verwante begrippen
Vertalingen
1. belang
2. belangstelling
3. iets waar belangstelling voor is
Gangbaarheid
- Het woord interesse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'interesse' herkend door
99 % | van de Nederlanders |
99 % | van de Vlamingen. |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ blz 199 Het Nederlandsch burgerlijk regt: naar de volgorde van het burgerlijk wetboek
door Gerhardus Diephuis
Editie: 2 Uigegeven door J.B. Wolters, 1859