baret

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
baret

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·ret
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘muts’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1573 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord baret baretten
verkleinwoord baretje baretjes

Zelfstandig naamwoord

baret v/m

  1. (hoofddeksel)(militair) plat hoofddeksel zonder klep meestal in gebruik bij militairen
    • De kleur van de baret geeft aan bij welk onderdeel de militair is ingedeeld. De rode baret krijgt een militair na de zware opleiding tot luchtmobiel infanterist. 
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Afrikaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·ret

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
naamwoord baret barette

baret

  1. (hoofddeksel)(militair) baret