bankbreuk

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bankbreuk    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bank·breuk

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  bank  en  breuk 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bankbreuk	bankbreuken
verkleinwoord	bankbreukje	bankbreukjes

Zelfstandig naamwoord

de bankbreuk v / m

1. (juridisch) faillissement ten gevolge van feiten die strafrechtelijk vervolgbaar zijn

Verwante begrippen

• bankroet

Afgeleide begrippen

• eenvoudige bankbreuk, bedrieglijke bankbreuk

Afgeleide begrippen

• bankbreukig

Vertalingen

    1.   

Duits: Bankrott (de) m Engels: bankruptcy (en)

Frans: banqueroute (fr) v Spaans: bancarrota (es) v

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord bankbreuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.