Naar inhoud springen

bankroet

Uit WikiWoordenboek
  • bank·roet
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘bankbreuk, faillissement’ voor het eerst aangetroffen in 1555 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord bankroet bankroeten
verkleinwoord

hetbankroeto

  1. de toestand van een rechtspersoon die, blijkens rechterlijk onderzoek, niet in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen bankroetbankroeterbankroetst
verbogen bankroetebankroeterebankroetste
partitief bankroetsbankroeters-

bankroet

  1. failliet
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]