angreb
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deens
Uitspraak
Woordafbreking
- an·greb
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie | 1026 |
---|
Werkwoord
angreb
- verleden tijd van angribe
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | angreb | angrebet | angreb | angrebene |
genitief | angrebs | angrebets | angrebs | angrebenes |
Zelfstandig naamwoord
angreb
Werkwoord
angreb, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van angreb
- «Hitlers angreb på Polen medførte, at Storbritannien og Frankrig erklærede Tyskland krig 3.9.1939.»
- Hitlers aanval op Polen leidde ertoe dat het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk de oorlog verklaarden aan Duitsland op 3 september 1939.
- «Hitlers angreb på Polen medførte, at Storbritannien og Frankrig erklærede Tyskland krig 3.9.1939.»
Afgeleide begrippen
|
|
|
Verwante begrippen
Verwijzingen
- angreb in: Det Danske Sprog- og Litteraturselskabop website:ordnet.dk