advies
Uiterlijk
- ad·vies
- Een gelatiniseerde vorm van Middelnederlands avijs, ontleend aan Oudfrans avis “mening” (=mod. Frans avis), maar beïnvloed door het Latijnse model ad visum (sc. mihi est) [1], in de betekenis van ‘mening, raad’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | advies | adviezen |
verkleinwoord | adviesje | adviesjes |
het advies o
- een gegeven aanbeveling
- Je moet een advies nooit zomaar in de wind slaan.
- Het advies van de dokter wordt lang niet altijd opgevolgd.
- ▸ Tegnell is het brein achter de controversiële aanpak van Zweden om het virus te bestrijden, en de regering van Stefan Löfven heeft zich in haar reactie op de pandemie op zijn adviezen gebaseerd. Tegnell verdedigde de afgelopen maanden stellig het losse coronaregime en bekritiseerde andere landen vanwege hun lockdowns.[3]
- bericht
- [1] aanbeveling, raad
- advies inwinnen
|
1. een gegeven raad
advies inwinnen
|
- Het woord advies staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "advies" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ advies op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "advies" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron “Brein achter omstreden Zweedse coronastrategie geeft fouten toe” (03-06-2020), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %