adviesgroep

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

adviesgroep
Uitspraak
Woordafbreking
  • ad·vies·groep
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord adviesgroep adviesgroepen
verkleinwoord adviesgroepje adviesgroepjes

Zelfstandig naamwoord

de adviesgroepv / m

  1. aantal samenwerkende bedrijven die vragen van klanten op een bepaald gebied beantwoordt en aanbevelingen doet
     "Mensen willen weten: wat heeft dat voor gevolgen voor mij en wat kan ik nu doen om de schade te beperken?", zegt Dorien Sanderink van de Kaplan Adviesgroep. "Maar een verdubbeling van de rente betekent nog geen verdubbeling van de maandlasten."[1]
  2. groep raadgevers
     Er moet ook naar vergunningen worden gekeken, zegt Depla, die ook woordvoerder is van de burgemeesters in een adviesgroep van de KNVB over openbare orde en veiligheid. "Als er in een bepaalde kroeg stelselmatig gevochten wordt, dan gaat die kroeg ook dicht. Dat is sneu voor die man die gewoon rustig aan de bar zijn biertje drinkt, maar een groepsgerichte aanpak werkt wel."[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 9 juni 2022 Weblink bron
    Leen Kraniotis
    “Hypotheekrente stijgt door: hogere maandlasten, oversluithausse voorbij” (ZA 14 MEI 2021), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 9 juni 2022 Weblink bron “Wat te doen tegen veldbestormingen? 'Kroeg waar gevochten wordt gaat ook dicht'” (MA 30 MEI 2022), NOS