adviesbrief

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ad·vies·brief
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord adviesbrief adviesbrieven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

adviesbrief m [1]

  1. schrijven waarin een aanbeveling wordt gedaan over een bepaald onderwerk
     Een aanwijzing uit Den Haag zou de gezamenlijk afgesproken groeistrategie en de financiële ruimte die ook volgens Rutte nodig is, kunnen doorkruisen. De adviesbrief van het College financieel toezicht voor een aanwijzing biedt echter ook mogelijkheden om onder de vlag van datzelfde convenant en zonder aanwijzing toch harde maatregelen te treffen.[2]
     De landelijke overheid, gemeenten en schoolbesturen wijzen naar elkaar als het gaat om de verantwoordelijkheid voor de aanpak van de ventilatie op scholen. Dat constateert het Platform Perspectief Jongeren in een adviesbrief aan het ministerie.[3]
  2. (economie) kennisgeving betreffende het trekken van een wissel

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 9 juni 2022 Weblink bron “College financieel toezicht adviseert Rutte in te grijpen op Curaçao” (02-04-2019), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 9 juni 2022 Weblink bron “Scholen weer open, maar 'regie bij aanpak ventilatie ontbreekt'” (10-01-2022), NOS