adviesvraag
Uiterlijk
- Geluid: adviesvraag (hulp, bestand)
- ad·vies·vraag
- samenstelling van advies zn en vraag zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | adviesvraag | adviesvragen |
verkleinwoord | adviesvraagje | adviesvraagjes |
- verzoek om informatie en raad
- ▸ “Een consument moet er blind op kunnen vertrouwen dat het met de kwaliteit van zijn adviseur goed zit, ongeacht zijn adviesvraag”, zegt Michiel Denkers, hoofd toezicht bij de AFM.[1]
- ▸ Op een adviesvraag van een bewoner zou een ambtenaar hebben geantwoord: "haalt u maar wat bij de bouwmarkt, daar gaan we toch niet op handhaven".[2]
- Het woord adviesvraag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Financieel adviseurs schieten nog steeds tekort” (23-04-2015), NOS
- ↑ Weblink bron “Uniek conflict in unieke buurt: hoe bont blijft de Regenboog?” (26-11-2017), NOS