achteruitgang
Nederlands
Uitspraak
- 1. Geluid: achteruitgang (hulp, bestand)
- 2. Geluid: achteruitgang (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ach·ter·uit·gang
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van achter en uitgang
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | achteruitgang | achteruitgangen |
verkleinwoord | achteruitgangetje | achteruitgangetjes |
Zelfstandig naamwoord
achteruitgang m
- uitgang aan de achterzijde.
- De bezoekers van het brandende café wisten via de achteruitgang te ontsnappen
achteruitgang m
- het verminderen van de situatie, afname, het komen in een ongunstiger toestand
- De oude tante was weer flink achteruitgegaan, maar leefde intussen nog wel.
Verwante begrippen
Antoniemen
- 1. vooruitgang
- 2. vooruitgang, progressie
Verwante begrippen
- 1. uitgang
- 2. ontwikkeling
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord achteruitgang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "achteruitgang" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be