achterland

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Achterland


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ach·ter·land
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord achterland achterlanden
verkleinwoord achterlandje achterlandjes

Zelfstandig naamwoord

achterland o

  1. streek die verder weg ligt maar economisch verbonden is met een voorliggende streek of stad, meestal aangeduid gezien vanaf zee
    • De goederen die in de haven kwamen werden vervolgens het achterland in vervoerd. 
     De Rode Zee en het dorre achterland waren prachtig als je er een paar weken verbleef.[3]
  2. achteraf gelegen gebied
    • Het achterland lag verder van de dijk en was drassiger. 
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen