abeyance

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudfranse woord abeance (schorsing).
enkelvoud meervoud
abeyance abeyances

Zelfstandig naamwoord

abeyance

  1. oponthoud, opschorting, schorsing, uitstel, verdaging, verlating, verlet
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • fall into abeyance
in onbruik raken
  • hold in abeyance
aanhouden, opschorten, schorsen, uitstellen, verdagen, verschuiven
  • in abeyance
onbeslecht, onbeslist, opgeschort, uitgesteld, verdaagd
«Since the gas leak in our office building, our work has been in temporary abeyance
Aangezien het gaslek in ons kantoorgebouw is is ons werk tijdelijk opgeschort.
  • leave in abeyance
laten rusten