aanstelling
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanstelling (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanstɛlɪŋ / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·stel·ling
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van aanstellen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanstelling | aanstellingen |
verkleinwoord | aanstellinkje | aanstellinkjes |
Zelfstandig naamwoord
aanstelling v
- benoeming in een functie, dienst etc.
- Hij heeft een vaste aanstelling in gemeentedienst.
- Tegenwoordig zijn er alleen nog maar kleine aanstellinkjes.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. benoeming in een functie, dienst etc.
Gangbaarheid
- Het woord aanstelling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "aanstelling" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ing in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %