aanstelling
Inhoud
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanstelling (hulp, bestand)
Woordafbreking
- aan·stel·ling
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van aanstellen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanstelling | aanstellingen |
verkleinwoord | aanstellinkje | aanstellinkjes |
Zelfstandig naamwoord
aanstelling v
- benoeming in een functie, dienst etc.
- Hij heeft een vaste aanstelling in gemeentedienst.
- Tegenwoordig zijn er alleen nog maar kleine aanstellinkjes.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. benoeming in een functie, dienst etc.
Gangbaarheid
- Het woord aanstelling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aanstelling' herkend door
100 % | van de Nederlanders |
99 % | van de Vlamingen. |