aanstellingstermijn
Uiterlijk
- aan·stel·lings·ter·mijn
- samenstelling van aanstelling zn en termijn zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanstellingstermijn | aanstellingstermijnen |
verkleinwoord | aanstellingstermijntje | aanstellingstermijntjes |
de aanstellingstermijn m
- de maximale duur waarvoor men is aangesteld voor een functie
- ▸ Drie termijnen als topman van een hbo-instelling is volgens Boomkamp geen unicum. Voor de raden van toezicht, die de besturen controleren, is dat anders. Sinds 2013 geldt een maximale aanstellingstermijn van twee keer vier jaar.[1]
- ▸ Edelenbos zal voor een periode van twee jaar namens de gemeente toezien op de financiële situatie bij de club. Edelenbos start op 8 september 2020 en volgt Bas Visée op van wie de aanstellingstermijn afloopt.[2]
- Het woord 'aanstellingstermijn' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Boomkamp blijft baas bij Saxion” (01-04-2015), Tubantia
- ↑ Weblink bron Leon ten Voorde“Gemeente zet Nicole Edelenbos als toezichthouder bij FC Twente neer” (09-09-2020), Tubantia