Tschulei

Pennsylvania-Duits

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordafbreking

• Tschu·lei

	enkelvoud (onbepaald)	enkelvoud (bepaald)	meervoud (onbepaald)	meervoud (bepaald)
nominatief	en Tschulei	der Tschulei
datief	me Tschulei	em Tschulei
accusatief	en Tschulei	der Tschulei

Zelfstandig naamwoord

Tschulei, m

1. (tijdrekening) juli (alleen in het enkelvoud, singulare tantum)

   «Ich winsch all mei Leser en wunnerbaar 4. Tschulei.»

   Ik wens al mijn lezers een prachtige 4 juli.

Holoniemen

• Yaahr

Meroniemen

• Daag
• Woch

Verwante begrippen

Maanden in het Pennsylvania-Duits
Yenner	Hanning Harning Febrewaar Febreweri	Matz Maerz Marz	Abril Abrill	Moi	Tschunn Tschuun	Tschulei	Aagscht Aaguscht Augscht Auguscht	September	Oktower	Nofember November	Dezember Diesember Disember
januari	februari	maart	april	mei	juni	juli	augustus	september	oktober	november	december

Opmerkingen

• Duits: Juli, m
• Engels: July