Naar inhoud springen

Aagscht

Uit WikiWoordenboek
  • Aagscht
  • Afleiding van de naam van de Romeinse keizer Augustus
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Aagscht der Aagscht Aaguschde die Aaguschde
datief me Aagscht em Aagscht Aaguschde de Aaguschde
accusatief en Aagscht der Aagscht Aaguschde die Aaguschde

Aagscht, m

  1. (tijdrekening) augustus
    «Mir sin endlich uff em zwette Aagscht widder in Pennsylvaania aakumme.»
    We zijn uiteindelijk op de tweede augustus teruggekomen in Pennsylvania.
Maanden in het Pennsylvania-Duits
Yenner Hanning
Harning
Febrewaar
Febreweri
Matz
Maerz
Marz
Abril
Abrill
Moi Tschunn
Tschuun
Tschulei Aagscht
Aaguscht
Augscht
Auguscht
September Oktower Nofember
November
Dezember
Diesember
Disember
januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december