nachtmerrie: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Lotje (overleg | bijdragen)
k +Afbeelding
Ooswesthoesbes (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 29: Regel 29:
{{trans-mid}}
{{trans-mid}}
*{{yid}}: {{trad|yi|בײַזער חלום}} {{m}}
*{{yid}}: {{trad|yi|בײַזער חלום}} {{m}}
*{{lim}}: {{trad|li|maartrieje}} {{n}}
*{{dsb}}: {{trad|dsb|mórawa}} {{f}}
*{{dsb}}: {{trad|dsb|mórawa}} {{f}}
*{{pol}}: [[koszmar]] {{m}}
*{{pol}}: [[koszmar]] {{m}}

Versie van 18 mei 2021 09:25

Een slapende student in de nacht voor het examen lastiggevallen door figuren uit een nachtmerrie.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nacht·mer·rie
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘angstige droom’ voor het eerst aangetroffen in 1484 [1]
  • Samenstelling van nacht en mare ‘nachtspook’ [1240; Bern.][2]
enkelvoud meervoud
naamwoord nachtmerrie nachtmerries
verkleinwoord nachtmerrietje nachtmerrietjes

Zelfstandig naamwoord

nachtmerrie v/m

  1. een zeer angstige droom, angstdroom
    • Hij heeft zowat iedere avond een nachtmerrie. 
  2. een schrikbeeld
    • Dat zou echt een nachtmerrie zijn... 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen