zigeuner

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  zigeuner    (hulp, bestand)
• IPA: / ziˈɣønər / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• zi·geu·ner

Woordherkomst en -opbouw

• via Duits Zigeuner en Italiaans zingaro van Hongaars cigány

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	zigeuner	zigeuners
verkleinwoord	zigeunertje	zigeunertjes

Zelfstandig naamwoord

zigeuner m

1. iemand die behoort tot de Sinti of Roma

   • De benaming "zigeuner" wordt door de betrokkenen vaak als beledigend ervaren. 

2. (figuurlijk) iemand die ervoor kiest een zwervend bestaan te leiden

   • Zijn leventje als zigeuner kwam ten einde en hij begon serieus aan zijn carrière te denken. 

Synoniemen

• bohemer

Afgeleide begrippen

   

zigeunerachtig zigeunerfamilie zigeunerin zigeunerjazz zigeunerkamp zigeunerkind zigeunerkoning zigeunerleven zigeunerlook zigeunermeisje zigeunermuziek zigeunerorkest zigeunertoonladder zigeunervervolging zigeunervolk zigeunervrouw zigeunerwagen

Vertalingen

    1.   

Engels: gypsy (en) (in Groot-Britannië ook gipsy (en))

Russisch: цыган (ru) m Spaans: bohemio (es) m, gitano (es) m

Gangbaarheid

• Het woord zigeuner staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zigeuner" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
97 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.