bohemer
Uiterlijk
Niet te verwarren met: Bohemer |
- bo·he·mer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bohemer | bohemers |
verkleinwoord |
de bohemer m
- iemand zonder vaste woon- of verblijfplaats; iemand met een ongeregelde levenswijze
- Bombycilla garrulus Boheemse gaai of pestvogel
- [1] bohémien
- Het woord bohemer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bohemer" herkend door:
58 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ bohemer op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be