beledigen: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 24: | Regel 24: | ||
*{{pol}}: {{trad|pl|obrazić}} |
*{{pol}}: {{trad|pl|obrazić}} |
||
*{{spa}}: {{trad|es|insultar}}, {{trad|es|ofender}}, {{trad|es|afrentar}}, {{trad|es|agraviar}} |
*{{spa}}: {{trad|es|insultar}}, {{trad|es|ofender}}, {{trad|es|afrentar}}, {{trad|es|agraviar}} |
||
*{{swe}}: {{trad|sv|förolämpa}} |
|||
{{trans-bottom}} |
{{trans-bottom}} |
||
Versie van 2 mrt 2013 21:15
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·le·di·gen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
beledigen |
beledigde |
beledigd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
beledigen
- overgankelijk nare opmerkingen maken tegen of over een persoon
- Hij had zijn buurman beledigd, dus die ging boos naar huis.
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. nare opmerkingen maken tegen of over een persoon