belediging
Uiterlijk
- Geluid: belediging (hulp, bestand)
- be·le·di·ging
- Naamwoord van handeling van beledigen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | belediging | beledigingen |
verkleinwoord | beledigingetje | beledigingetjes |
de belediging v
- een krenking van iemands gevoel van eer of eigenwaarde
- affront, insult (2), krenking, schoffering
- hoon, kaakslag, laster, roddelpraat, schimp, smaad, spot, verachting
1. een krenking van iemands gevoel van eer of eigenwaarde
- Het woord belediging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "belediging" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Danielle Teller (vert. Marja Borg)“Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026346477
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be