bezorgen: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
Invulling parameter |
||
Regel 6: | Regel 6: | ||
*be·zor·gen |
*be·zor·gen |
||
{{-nlstam-|{{pn}}|bezorgde|bezorgd|||scheid=o|k=d}} |
{{-nlstam-|{{pn}}|bezorgde|bezorgd|||scheid=o|k=d}} |
||
{{-verb-}} |
{{-verb-|nld}} |
||
'''{{pn}}''' |
'''{{pn}}''' |
||
#{{ditr|nld}} ''iemand iets ~'': bij iemand aan huis afleveren |
#{{ditr|nld}} ''iemand iets ~'': bij iemand aan huis afleveren |
Versie van 31 jan 2012 03:01
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·zor·gen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bezorgen |
bezorgde |
bezorgd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
bezorgen
- ditransitief iemand iets ~: bij iemand aan huis afleveren
- Hij kreeg een groot pak bezorgd.
- overgankelijk bij iemand veroorzaken
- Je bezorgt me hartkloppingen met dat lawaai.
- overgankelijk goederen op een bepaalde plaats brengen, bestellen
- overgankelijk verschaffen
- Ik kan je alles bezorgen wat je nodig hebt.
Vertalingen
1. iemand iets ~: bij iemand aan huis afleveren
3. goederen op een bepaalde plaats brengen