buik: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Kvdrgeus (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Kvdrgeus (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 12: Regel 12:
#{{anatomie|nld}} het onderste deel van de voorkant van de romp van mens of dier dat van boven door het middenrif en van onderen door de bekkengordel begrenst is
#{{anatomie|nld}} het onderste deel van de voorkant van de romp van mens of dier dat van boven door het middenrif en van onderen door de bekkengordel begrenst is
{{bijv-1|Mijn dochter heeft de laatste tijd soms pijn in haar '''{{pn}}'''.}}
{{bijv-1|Mijn dochter heeft de laatste tijd soms pijn in haar '''{{pn}}'''.}}
#{{natuurkunde|nld}} plaats waar een golf- of trillingsbeweging de grootste uitwijking vertoont
{{-prov-}}
{{-prov-}}
''Baas in eigen buik zijn.''
''Baas in eigen buik zijn.''

Versie van 27 dec 2011 23:34

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • buik
enkelvoud meervoud
naamwoord buik buiken
verkleinwoord buikje buikjes

Zelfstandig naamwoord

buik m

  1. (anatomie) het onderste deel van de voorkant van de romp van mens of dier dat van boven door het middenrif en van onderen door de bekkengordel begrenst is
    • Mijn dochter heeft de laatste tijd soms pijn in haar buik. 
  2. (natuurkunde) plaats waar een golf- of trillingsbeweging de grootste uitwijking vertoont
Spreekwoorden

Baas in eigen buik zijn.

  • Het zelfstandig beslissen van vrouwen over zwangerschap en abortus.

Het zijn twee handen op één buik.

  • Zij zijn het meestal met elkaar eens (meestal ongunstig).

Schrijf dat maar op je buik.

  • Vergeet dat maar.
Afgeleide begrippen
Vertalingen