bezorgen: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Kvdrgeus (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Kvdrgeus (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 26: Regel 26:
{{trans-mid}}
{{trans-mid}}
*{{spa}}: {{trad|es|causar}}, {{trad|es|ocasionar}}, {{trad|es|producir}}
*{{spa}}: {{trad|es|causar}}, {{trad|es|ocasionar}}, {{trad|es|producir}}
{{trans-bottom}}
{{trans-top|3. goederen op een bepaalde plaats brengen}}
{{trans-mid}}
*{{spa}}: {{trad|es|llevar a domicilio}}, {{trad|es|repartir}} (brieven), {{trad|es|entregar}}
{{trans-bottom}}
{{trans-bottom}}
{{trans-top|4. verschaffen}}
{{trans-top|4. verschaffen}}

Versie van 17 dec 2011 20:35

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·zor·gen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bezorgen
bezorgde
bezorgd
zwak -d volledig

Werkwoord

bezorgen

  1. ditransitief iemand iets ~: bij iemand aan huis afleveren
    • Hij kreeg een groot pak bezorgd. 
  2. overgankelijk bij iemand veroorzaken
    • Je bezorgt me hartkloppingen met dat lawaai. 
  3. overgankelijk goederen op een bepaalde plaats brengen, bestellen
  4. overgankelijk verschaffen
    • Ik kan je alles bezorgen wat je nodig hebt. 
Vertalingen