Schteeschleggel
Uiterlijk
- Schtee·schleg·gel
- Samenstelling van Schtee zn "steen" en Schleggel zn "hamer" , afkomstig van de Duitse woorden Stein zn en Schlägel zn
enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) | |
---|---|---|---|---|
nominatief | en Schteeschleggel | der Schteeschleggel | Schteeschleggel | die Schteeschleggel |
datief | me Schteeschleggel | em Schteeschleggel | Schteeschleggel | de Schteeschleggel |
accusatief | en Schteeschleggel | der Schteeschleggel | Schteeschleggel | die Schteeschleggel |
Schteeschleggel, m
- (gereedschap) sleg, voorhamer (een hamer om steen te bewerken)
- (gereedschap), (historisch) een stenen hamer (een hamer met een stenen hamerkop)
-
[1]: En Mann mit Schteeschleggel
Een man met steenhamer
- Duits: Steinhammer zn , v
- Engels: sledgehammer zn
Categorieën:
- Woorden in het Pennsylvania-Duits
- Woorden in het Pennsylvania-Duits van lengte 15
- Woorden in het Pennsylvania-Duits met audioweergave
- Woorden in het Pennsylvania-Duits met IPA-weergave
- Samenstelling in het Pennsylvania-Duits
- Pennsylvania-Duitse woorden naar herkomst uit het Duits
- Zelfstandig naamwoord in het Pennsylvania-Duits
- Gereedschap in het Pennsylvania-Duits
- Historisch in het Pennsylvania-Duits