Allerkinderen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Al·ler·kin·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Allerkinderen -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het Allerkindereno

  1. (feest) (rooms-katholiek) feestdag van de 'Onnozele Kinderen', op 28 december; herdenking van de kindermoord in Bethlehem in opdracht van koning Herodes, beschreven in het Nieuwe Testament (Matteüs 2:16-18)
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • 't is hier Allerkinderen
    (schertsend) er zijn hier veel kinderen bij elkaar

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen