Allerheiligen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Al·ler·hei·li·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Allerheiligen -
verkleinwoord - -

Eigennaam

Allerheiligen o

  1. een rooms-katholieke feestdag op 1 november ter gezamenlijke verering van alle heiligen van de Kerk
    • Veel mensen vieren Allerheiligen. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen