tiltak
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- til·tak
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie | 12865 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | tiltak | tiltaket | tiltak | tiltaka tiltakene |
genitief | tiltaks | tiltakets | tiltaks | tiltakas tiltakenes |
Zelfstandig naamwoord
tiltak o
- activiteit, maatregel, project, voorziening
- pasje, schrede, stap, trede, voetstap
- karwei, kracht, moeite
- aanstichting, daadkracht, initiatief
Synoniemen
- [1]: aktivitet
- [1]: forholdsregel
- [1]: prosjekt
- [2]: skritt
- [3]: ork
- [4]: handlekraft
- [4]: initiativ
Afgeleide begrippen
- [4]: tiltakslyst
Typische woordcombinaties
- [1]: sette inn nødvendige tiltak / treffe nødvendige tiltak
nodige maatregelen treffen
- [1]: offentlige tiltak
overheidsmaatregel
Zelfstandig naamwoord
tiltak, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van tiltak