zuurkruid
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- zuur·kruid
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zuur en kruid zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zuurkruid | zuurkruiden |
verkleinwoord | zuurkruidje | zuurkruidjes |
Zelfstandig naamwoord
- (bloemplanten) een geslacht Rhus van ongeveer 250 soorten struiken en kleine bomen uit de pruikenboomfamilie (Anacardiaceae ). De botanische naam Rhus is afgeleid van het Oudgriekse woord voor sumak: 'rhous'. De soorten uit het geslacht komen voor in Eurazië, op de Canarische eilanden, in Noordwest-Afrika, Noord-Amerika en Centraal-Amerika, op de Bahama's en in Cuba
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Gangbaarheid
- Het woord 'zuurkruid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.