zetmeel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  zetmeel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• zet·meel

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘reservevoedsel van planten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1813
• samenstelling van  zet ww  en  meel 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	zetmeel	zetmelen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

zetmeel o

1. (voeding) verzamelnaam voor complexe polymere koolhydraten die in de natuur dienen als voedselreserve voor planten

Synoniemen

• stijfsel

Hyponiemen

aardappelzetmeel kleefmaiszetmeel maiszetmeel maïszetmeel

rijstzetmeel tapiocazetmeel tarwezetmeel

Afgeleide begrippen

zetmeelacetaat zetmeelcel zetmeeldieet zetmeelgehalte

zetmeelgom zetmeelindustrie zetmeelketen zetmeelkorrel

zetmeelmais zetmeeloplossing zetmeelpudding zetmeelrijst

zetmeelstroop zetmeelsuiker zetmeelvormer zetmeelwaarde zetmeellijm

Verwante begrippen

• amylose, amylopectine

Vertalingen

    1.   

Duits: Stärkemehl (de) o Engels: starch (en)

Frans: amidon (fr) m Spaans: almidón (es) m, fécula (es) v

Gangbaarheid

• Het woord zetmeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "zetmeel" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.