zander

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zan·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zander zanders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zanderm

  1. (straalvinnigen) (verouderd) benaming voor de zoetwatervis Sander lucioperca op Wikispecies, een roofvis die ook in de Benelux voorkomt
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

18 % van de Nederlanders;
19 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be