wouw
Inhoud
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wouw (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ʋʌʊ̯/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /β̞ʌːβ̞/
Woordafbreking
- wouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wouw | wouwen |
verkleinwoord | wouwtje | wouwtjes |
Zelfstandig naamwoord
[A] wouw m
- (vogels) één van een aantal roofvogelsoorten van het geslacht Milvus.
- Een wouw heeft meestal een gevorkte staart.
Afgeleide begrippen
1. één van een aantal roofvogelsoorten van het geslacht Milvus
Zelfstandig naamwoord
- (plantkunde) een plant Reseda luteola uit het Middellandse Zeegebied, die al sinds de prehistorie in Europa gekweekt wordt als verfplant voor zijn gele kleurstof.
Vertalingen
2. een plant Reseda luteola uit het Middellandse Zeegebied, die al sinds de prehistorie in Europa gekweekt wordt als verfplant voor zijn gele kleurstof
Gangbaarheid
- Het woord wouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wouw' herkend door
65 % | van de Nederlanders |
63 % | van de Vlamingen. |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Vogels in het Nederlands
- Plantkunde in het Nederlands
- Prevalentie Nederland 65 %
- Prevalentie Vlaanderen 63 %
- Dubbele betekenis in het Nederlands