welzijnszorg

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wel·zijns·zorg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord welzijnszorg welzijnszorgen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de welzijnszorgv / m

  1. geheel van voorzieningen gericht op het geestelijk en sociaal welbevinden van mensen
  2. organisatie die activiteiten gericht op het geestelijk en sociaal welbevinden verzorgt
    1. (militair) organisatie die ontplooiing en ontspanning voor militairen verzorgt
    2. (medisch) organisatie voor sociale activiteiten gericht op mensen die langere tijd ziek zijn
    3. (religie) organisatie die vanuit een kerkgenootschap maatschappelijke activiteiten organiseert
    4. organisatie die welzijnswerk voor mensen met achterstanden organiseert
Verwante begrippen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen