weedom
Uiterlijk
- wee·dom
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weedom | |
verkleinwoord |
de weedom m
- onprettige, pijnlijke bedroevende zaak
- ▸ Reve laat het wereldlijk weedom voortaan aan ons, en dat is niet fijn.[2]
- Het woord weedom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "weedom" herkend door:
17 % | van de Nederlanders; |
26 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Op de weg naar het einde” (21 november 2003), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be