waterpas
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wa·ter·pas
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van water en pas
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | waterpas | waterpassen |
verkleinwoord | waterpasje | waterpasjes |
Zelfstandig naamwoord
- (gereedschap) een werktuig dat gebruikt wordt om zeker te stellen dat iets loodrecht op de richting van de zwaartekracht komt te staan
- Een waterpas is een met vloeistof gevuld buisje met een luchtbel.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. een werktuig dat gebruikt wordt om zeker te stellen dat iets loodrecht op de richting van de zwaartekracht komt te staan
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | waterpas | waterpasser | waterpast |
verbogen | waterpasse | waterpassere | waterpaste |
partitief | waterpas | waterpassers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
waterpas
- horizontaal uitgericht (als) met een waterpas
- Niets is erger dan een niet waterpasse vloer van een kamer.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
waterpassen |
waterpas
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waterpassen
- Ik waterpas.
- gebiedende wijs van waterpassen
- Waterpas!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waterpassen
- Waterpas je?
Gangbaarheid
- Het woord waterpas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "waterpas" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Gereedschap in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %